BEESELECTIVE HET PROJECT IN VOGELVLUCHT
Dit projectplan beschrijft een project met een loopduur van drie jaar. Het beoogt behoud van diversiteit binnen bijenrassen en verbeterde bijengezondheid, in het bijzonder resistentie tegen Varroa. Gecontroleerde paring door kunstmatige inseminatie is daarvoor een vereiste. Het project is een initiatief van vertegenwoordigers van Buckfast, Carnica en de zwarte of donkere bij. 
Initiatiefnemers
De initiatiefnemers achten projectfinanciering voor drie jaar nodig om kunstmatige inseminatie op voldoende schaal van de grond te krijgen. Financiering wordt aangevraagd bij de NBV, Imkers Nederland, BBV, VCI en ’t Landras. Onderdeel van het projectplan is een tijdsplanning en een begroting waarin de gevraagde financiële bijdrage van de verschillende financiers is gespecificeerd. Verwacht wordt dat na die drie jaar er voldoende draagvlak is om vervolgens zonder projectfinanciering voort te kunnen gaan.
Gecontroleerde paring
Veel organisaties in Nederland houden zich bezig met het zuiver houden van bijenrassen (zoals bijvoorbeeld de zwarte bij) en met het erfelijk verbeteren van de gezondheid van bijen. Gecontroleerde paring is daarvoor een vereiste. Dat controleren gebeurt veelal door paring te laten plaatsvinden op geïsoleerde plekken (zoals eilanden) maar daarvan zijn er niet veel. Bovendien komen natuurgebieden steeds minder in aanmerking vanwege beleid ter bescherming van de solitaire bij. Kunstmatige inseminatie (KI) biedt dan uitkomst, temeer omdat KI de mogelijkheid biedt een veel groter aantal darrenlijnen aan te bieden dan nu het geval is met de eilanden. Dat grotere aantal darrenlijnen is nodig voor behoud van genetische diversiteit binnen de verschillende rassen.

Het hoofddoel van het project is het opzetten van een infrastructuur waardoor KI ter beschikking komt voor de Nederlandse bijenhouderij. 

Dit hoofddoel, het moederproject, wordt omlijst door een aantal steunprojecten zoals het opleiden en begeleiden van deelnemende imkers om het project een succes te maken. Onderdeel van het project is ook het bekendheid geven aan het project bij de Nederlandse imker en het stimuleren van deelname.

 

HET PROJECT IN DETAIL

Dit projectplan beschrijft het moederproject (de opzet van een KI-infrastructuur) en een viertal steunprojecten (opleiding inseminatoren, opleiding voorbereiden en ter inseminatie aanbieden van koninginnen, opleiding nazorg koninginnen: van bevruchting tot volk en een tweejarige workshop selectie en teelt. Het project zal worden getrokken door een projectleider ondersteund door een stuurgroep met vertegenwoordigers uit de deelnemende rasgroepen. Op dit moment wordt het project voorbereid door een initiatiefgroep bestaande uit Ben Bus en Ronald de Moor (Buckfast), Pim Brascamp (Carnica, beoogd projectleider) en Egbert Touw (’t Landras, de inheemse donkere bij, Apis mellifera mellifera).

 

2023

Het eerste projectjaar is een aanloopjaar waar de werkwijze op betrekkelijk kleine schaal wordt uitgeprobeerd en verder uitgewerkt.
Er worden twee á drie KI-dagen gepland waarop koninginnen kunnen worden aangeleverd door telers van verschillende rasgroepen.
Telers / Teeltgroepen kunnen hun koninginnen laten insemineren met darrenlijnen van keuze.
Welke darrenlijnen beschikbaar zijn is aan de deelnemende teeltgroepen (onderdelen van de rasverenigingen) waarbij vanuit het project advies wordt gegeven gericht op behoud van genetische variatie en erfelijke verbetering.

Het aanbod van darrenlijnen wordt in maart vastgesteld. De deelnemende teeltgroepen zijn verantwoordelijk voor het beschikbaar komen van de darrenvolken waarbij de volken, danwel darrenbroed, aangeleverd wordt aan de inseminatoren die ervoor zorgen dat darrensperma op het afgesproken moment beschikbaar is. De wijze waarop geïnsemineerd wordt (dat wil zeggen inseminatie met sperma van één dar -single drone insemination- of inseminatie met mengsperma van een groot aantal darren en alle varianten daar tussenin) wordt bepaald door de “klant”. 

KI dagen
Er worden drie KI-dagen georganiseerd verspreid in de tijd en over het land met steeds een ervaren inseminator en twee inseminatoren die vlak ervoor zijn opgeleid tijdens de inseminatorcursus. De ervaren inseminatoren zijn mevrouw Christa Winkler en de heer René van der Molen.

 

    • Steunproject nazorg koninginnen: van bevruchting tot volk 2023 - 2025

    Vooraf: Alhoewel er door het bezoeken van bevruchtingseilanden heel veel kennis en ervaring is over werkwijzen om succesvol bevruchte koninginnen te brengen tot de vruchtbare heerseres in een volk, gaat er daarbij veel mis.
    Recent heeft de VCI de benodigde kennis wat dat betreft op een rij gezet en beschikbaar gesteld via de verenigingswebsite.
    Desalniettemin is het nodig aandacht te besteden aan dit onderwerp om de (tijds)investering in het insemineren tot een succes te maken.
    In elk van de drie projectjaren wordt gekoppeld aan de KI-dagen een online instructie gegeven over de do's-and-don'ts met betrekking tot het traject van bevruchte koningin tot volk. Deze instructie wordt gegeven door ervaren koninginnentelers. Voor deze activiteit worden geen kosten berekend.

     

    • Steunproject tweejarige workshop selectie en teelt

    Er zijn in Nederland allerlei teeltgroepen. Sommigen daarvan doen aan verbetering van de bijen van de teeltgroep voor selectiekenmerken, waaronder kenmerken gerelateerd aan Varroaresistentie.
    Anderen maken gebruik van materiaal dat door andere teeltgroepen (veelal buiten Nederland) wordt ontwikkeld.
    De kennis binnen die teeltgroepen over de opzet van succesvolle selectieprogramma’s en de eisen die eraan moeten worden gesteld ter behoud van erfelijke variatie is zeer beperkt.
    Tezelfdertijd is de wetenschappelijke kennis daarover ruim beschikbaar. Dit is in het bijzonder het geval door wetenschappelijk werk in het Länderinstitut für Bienenkunde Hohen Neuendorf e.V met een veelheid van publicaties in recente jaren en een meer praktijkgerichte reeks publicaties in Bee World (2014-2022).

    Deze cursus neemt de vorm aan van workshops.
    Er zullen groepen gevormd worden van cursisten die in de loop van de tijd diverse malen bijeenkomen om stapsgewijs tot vraagstellingen en oplossingen te komen rondom een per groep te ontwikkelen teelt- en selectieprogramma (huiskamerbijeenkomsten).
    Het gaat dan om vragen als teeltdoel, te meten kenmerken, het aantal volken in het programma en het aantal darrenlijnen.
    De workshops worden begeleid door theoretisch en praktisch geschoolde docenten. 

     

    2024

    De werkwijzen in 2024 worden naar ervaringen aangepast. De schaal van werken wordt vergroot door twee oorzaken.
    Enerzijds doordat door mond op mond reclame en door publicaties in vaktijdschriften de interesse bij telers is toegenomen en anderzijds doordat het aantal gekwalificeerde inseminatoren is toegenomen.
    Terwijl het in 2023 nog niet mogelijk zal zijn veel darrenlijnen aan te bieden is ook wat dit betreft in de opvolgende jaren sprake van schaalvergroting.
    Immers opgerichte teeltgroepen in 2023 bepalen voor 2024 het doel waar ze naartoe willen en kunnen advies vragen over hun darrenlijnen. Vervolgens kunnen ze dan in 2023 voldoende koninginnen telen voor de darrenteelt in 2024. 
    Het zou fantastisch zijn wanneer er voldoende middelen zijn om in 2024 weer 6 nieuwe imkers op te leiden tot inseminator. 

     

    2025

    De werkwijzen in 2025 worden naar ervaringen aangepast. De schaal van werken wordt vergroot door twee oorzaken.
    Enerzijds doordat door mond op mond reclame en door publicaties in vaktijdschriften de interesse bij telers is toegenomen en anderzijds doordat het aantal gekwalificeerde inseminatoren is toegenomen.
    Terwijl het in 2023 nog niet mogelijk zal zijn veel darrenlijnen aan te bieden is ook wat dit betreft in de opvolgende jaren sprake van schaalvergroting.
    Immers opgerichte teeltgroepen in 2023 en 2024 bepalen voor 2025 het doel waar ze naartoe willen en kunnen advies vragen over hun darrenlijnen. Vervolgens kunnen ze dan in 2024 voldoende koninginnen telen voor de darrenteelt in 2025 
    Het zou fantastisch zijn wanneer er voldoende middelen zijn om in 2025 weer 6 nieuwe imkers op te leiden tot inseminator.